a. Gebruik kruistabellen en tabelsplitsing met toetsen en associatiematen om na te gaan waarom sommige mensen vinden dat hun land van de Europese Unie heeft geprofiteerd, terwijl andere mensen vinden dat dit niet zo is (variabele q11).
Begin eerst na te denken wat je verwacht dat van invloed zou kunnen zijn op de mening over het profijt van de Europese Unie. Bekijk de variabelen en stel hypothesen op. Hercodeer variabelen in categorieën, indien nodig, en toets de hypothesen met kruistabellen. Vergeet niet om de variabelen eerst te beschrijven en waar nodig missing values aan te wijzen of irrelevante scores buiten beschouwing te laten. Let ook op of het aantal waarnemingen steeds aan de eisen voldoet.
Bij deze hypothesen kun je de mening over het profijt (q11) in verband brengen met meer dan één verklarende variabele. In dat geval moet je de hypothese via tabelsplitsing toetsen.
Vergeet niet om zowel de statistische significantie als de sterkte van het verband (de associatiemaat) te interpreteren.