Antwoord bij rekenopgave 2.4

a. De kans is gegeven (2,5%) dus kunnen we de bijbehorende z-score opzoeken in de tabel. We zoeken de grens waarboven 2,5% ligt: bij z = 1,96. Vervolgens moeten we de gevonden z-score terugrekenen naar de scores van de oorspronkelijke variabele X. Dit kan met de onderstaande formule:

Anders gezegd: xi is het gemiddelde plus 1,96 keer de standaarddeviatie.

b. De kans is gegeven (84,13%) dus moeten we de bijbehorende z-score opzoeken in de tabel. 100% - 84,13% = 15,87% van de kans boven de grens. Bij die kans kunnen we wel de z-score in de tabel opzoeken: de z-score is 1,00.

Anders gezegd: het gemiddelde plus één standaarddeviatie van 3.

c. We zoeken de grens waarboven 95% ligt. Deze grens ligt bij een negatieve z-score dus moeten we kijken bij 100% - 95% = 5% waar we z = 1,64 vinden. De grens waarboven 95% ligt, is dus z = -1,64. We rekenen nu op een snelle manier: het gemiddelde plus -1,64 keer de standaarddeviatie:

d. Deze opgave is wat lastiger omdat we eerst de kans moeten vinden bij een bekende grens van het interval (41) en vervolgens de onbekende grens (xi) moeten vinden.

e. Als 1% van alle gemeten populatie-eenheden een waarde hoger dan xi heeft, betekent dit dat de kans 1% is dat een aselect gekozen eenheid een waarde hoger dan xi heeft. Gezocht is: P(X > xi) = P(Z > zi) = 0,01. Uit de tabel blijkt (afgerond): zi = 2,33.