Antwoord bij vraag 7.8

1. Welke toets is gebruikt om de onderzoeksvraag te beantwoorden?

Een chikwadraattoets op een kruistabel/voor het verband tussen twee nominale variabelen.
NB er wordt ook een toets op een proportie gerapporteerd, maar die is niet relevant voor de onderzoeksvraag.

2. Rapporteer het antwoord op de onderzoeksvraag volgens de richtlijnen van het vak IS. (Een deel van de rapportage hoort bij vraag 3.)

Vermeld:

NB de verschillen tussen de cellen/combinaties worden in vraag 3 beoordeeld.

Bijvoorbeeld: "Er blijkt een significant verband te zijn tussen het favoriete sociale medium en de favoriete game console bij de jongeren, chikwadraat (4) = 18,99, p = 0,001. Het verband is echter zwak (Cramer's V = 0,19)."

3. Bespreek voor elk type console of er een sociaal medium is waarin deze console meer favoriet is en, zo ja, welk medium dit is. Beargumenteer het antwoord met toetsresultaten.

4. Een collega-onderzoeker beweert dat de Fisherexacttoets gebruikt had moeten worden. Ben je het daarmee eens? Beargumenteer je antwoord.

Oneens, de Fisherexacttoets had hier niet gebruikt hoeven worden.
Want er is voldaan aan de voorwaarden voor een chikwadraattoets namelijk dat minstens 80% (of: alle) cellen een verwachte waarde van minstens 5 hebben en geen enkele cel een verwachte waarde onder 1 heeft.
NB het meetniveau van de variabelen is irrelevant als argument omdat er op dit punt geen verschil is tussen de twee toetsen.

Alternatief:
Oneens, de Fisherexacttoets had hier niet gebruikt hoeven worden, want het is geen 2x2 kruistabel.
NB dit antwoord is onvolledig omdat de Fisherexacttoets ook gebruikt wordt bij grotere kruistabellen wanneer niet aan de voorwaarden voor een chikwadraattoets voldaan is.

5. Mag je op grond van deze toets concluderen dat de PS4 in de populatie van alle jongeren populairder is dan de XBox One? Beargumenteer het antwoord.

Nee. De chikwadraattoets op een kruistabel gaat uit van/controleert voor/toetst niet de randtotalen/verdeling van de afzonderlijke variabelen in de steekproef. We weten dus niet of het verschil tussen 124 en 112 statistisch significant is.

6. Wat is de nulhypothese bij de toets die gerapporteerd wordt in de tabel 'Hypothesis Test Summary'?

H0: πPS4 = 0,5. NB maak duidelijk dat het om het aandeel van de PS4 gaat.
Of in woorden: In de populatie is de PS4 de favoriete game console van 50% van de jongeren.

7. Rapporteer het resultaat van de toets uit vraag 6 volgens de richtlijnen van het vak IS.

Vermeld:

Bijvoorbeeld: "We mogen ervan uitgaan dat de PS4 de favoriete game console is van de helft van de (populatie) jongeren (waaruit de steekproef is getrokken) want de (steekproef)proportie wijkt niet significant af van 0,5, p = 0,201."
Of: "Het aantal jongeren waarvoor de PS4 de favoriete game console is wijkt niet significant af van 50%, p= 0,201."
NB de eenheden (jongeren) en variabele (favoriete game console/spelcomputer) zijn al gevraagd/genoemd bij vraag 2. Dit wordt hier niet opnieuw voorzien van punten.