Bivariaat beschrijven

Technieken voor het bivariaat beschrijven van variabelen

Kies uit het menu: ANALYZE - DESCRIPTIVE STATISTICS - CROSSTABS.
In het betreffende scherm kun je één of meer categoriale variabelen selecteren en door op de pijl te klikken naar het schermpje transporteren waarboven staat row(s). Meestal plaats je hier de afhankelijke variabele. De andere variabelen (meestal de onafhankelijke) plaats je op dezelfde wijze in het schermpje waarboven staat column(s).
Klik op de knop STATISTICS. In het scherm statistics kun je verschillende associatiematen selecteren, zoals Phi en Cramer's V, Lambda, Gamma. Ook de chi-kwadraat toets is beschikbaar binnen dit scherm.
Klik op de knop CELLS. In het scherm Cells kun je aanvullende informatie opvragen, zoals (rij- of kolom) percentages of de verwachte waarden onder de nulhypothese van statistische onafhankelijkheid.
Klik op de knop FORMAT. Hierbinnen kun je de vorm van de kruistabel aanpassen.

Grafieken vind je via het menu GRAPHS - LEGACY DIALOGS.

Een samengesteld staafdiagram met aparte staafjes voor de scores van verschillende groepen op een variabele kun je op de volgende manier maken:

Kies uit het menu: GRAPHS - LEGACY DIALOGS- BAR.
In het dialoogscherm BAR CHARTS kies je de opties SUMMARIES FOR GROUPS OF CASES en CLUSTERED of STACKED. Klik op de knop DEFINE.
In het dialoogscherm dat nu volgt, zet je de (nominale of ordinale) variabele (bijvoorbeeld opleidingsniveau) die je op de X-as wilt hebben in het vakje CATEGORY AXIS en je zet de (nominale of ordinale) variabele waarvan je de groepen/categorieën apart wilt zien (als staafjes naast of op elkaar) in het vakje DEFINE CLUSTERS BY.
Naar wens kun je in plaats van de absolute frequenties (N OF CASES) ook relatieve of cumulatieve frequenties krijgen op de Y-as.
Klik op PASTE om het commando voor het samengestelde staafdiagram in de syntax te zetten.
RUN de nieuwe syntax.

Een boxplot (doosdiagram), waarin je bijvoorbeeld eenvoudig extreme waarden kunt zien (aangegeven met *), kun je op de volgende manier maken:

Kies uit het menu: GRAPHS - LEGACY DIALOGS- BOXPLOT.
In het dialoogscherm BOXPLOT kies je de opties SIMPLE en SUMMARIES OF SEPARATE VARIABLES. Klik op de knop DEFINE.
In het dialoogscherm dat nu volgt, zet je de numerieke variabele (bijvoorbeeld het aantal uren dat iemand tv kijkt) die je wilt beschrijven in het vakje BOXES REPRESENT.
Klik op PASTE om het commando voor het samengestelde staafdiagram in de syntax te zetten.
RUN de nieuwe syntax.

Een spreidingsdiagram (scatterplot) maken:

Kies uit het menu: GRAPHS - LEGACY DIALOGS- SCATTER/DOT.
In het dialoogscherm SCATTER/DOT kies je de optie SIMPLE SCATTER. Klik op de knop DEFINE.
In het dialoogscherm dat nu volgt, zet je de (interval of ratio) variabele die je op de X-as wilt hebben in het vakje X AXIS en je zet de (interval of ratio) variabele die je op de Y-as wilt hebben in het vakje Y AXIS.
Klik op PASTE om het commando voor het samengestelde staafdiagram in de syntax te zetten.
RUN de nieuwe syntax.