Interne consistentie van een schaal
Wanneer je een schaal construeert, voeg je verschillende variabelen - de
oorspronkelijke items in de vragenlijst - samen tot een (of meer) nieuwe
variabele(n): de schaal. Alle respondenten (eenheden, cases)
krijgen een score op de nieuwe schaalvariabele(n). Deze scores geven in
principe een betrouwbaardere meting dan de afzonderlijke variabelen.
Maar is de betrouwbaarheid van de schaal groot genoeg? Deze vraag kan
beantwoord worden door een betrouwbaarheidsanalyse uit te voeren, d.w.z.
door Cronbach's alpha uit te rekenen.
Vuistregel:
- 0 ≤ alpha < 0,60: onbetrouwbare schaal.
- 0,60 ≤ alpha < 0,80: redelijk betrouwbare schaal.
- 0,80 ≤ alpha ≤ 1: betrouwbare schaal.
Omdat je veel variabelen samenvoegt, gaat het om een multivariate
analyse. Omdat je nu de kwaliteit van je gegevens wilt controleren, valt
dit onder de multivariate beoordeling van de gegevens. Hoe je de
betrouwbaarheid van een schaal kunt bepalen met SPSS lees je daarom onder
het kopje 'Werken met SPSS' bij de link 3.3
Multivariaat beoordelen.
Voordat je een multivariate beoordeling kunt uitvoeren, moet je alle
relevante voorgaande uni-, bi- en multivariate stappen hebben gezet. Dat
zijn:
- Univariaat beschrijven: zeer aan te raden om fouten in de data op te
sporen.
- Univariaat bewerken: fouten, missing values, selectie van relevante
cases en dergelijke moeten zijn behandeld voordat de schaal wordt
geconstrueerd.
- Bi- en multivariate beschrijving van de variabelen: noodzakelijk om na
te gaan of de variabelen (items) wel allemaal dezelfde 'richting' zijn
gecodeerd. Betekent een hogere score op de ene variabele over het
algemeen ook een hogere score op een andere variabele? Anders gezegd, de
associaties (correlaties) tussen de variabelen moeten positief zijn.
Wanneer sommige items positief geformuleerd zijn ("In hoeverre bent u
het eens met de stelling dat de media een eerlijk beeld schetsen?") en
andere negatief ("In hoeverre bent u het eens met de stelling dat de
media onbetrouwbaar zijn?"), gaat de betrouwbaarheidsanalyse mis.
Je kunt deze beschrijving (namelijk een correlatiematrix met de items)
overigens bij de betrouwbaarheidsanalyse opvragen, dus hoef je het niet
per se vooraf met een apart commando te doen.
- Multivariate bewerking: eerst moet nagegaan worden of de schaal wel
eendimensionaal is, d.w.z. of zij uit één component bestaat. Op elke
component moet de betrouwbaarheidsanalyse apart worden uitgevoerd.
Wanneer er in een factoranalyse meer componenten gevonden worden, wordt
de betrouwbaarheidsanalyse alleen uitgevoerd met de variabelen die hoog
(positief of negatief) scoren op dezelfde component. Het is dan
verstandig om als schaalscore uiteindelijk niet de factorscores te
gebruiken die SPSS berekent, maar de som of het gemiddelde te berekenen
over de variabelen (items) die na de betrouwbaarheidsanalyse in de
schaal overblijven.