Technieken voor het univariaat beschrijven van variabelen
Inhoud:
Frequenties
Descriptives
Grafieken
- Kies uit het menu: ANALYZE - DESCRIPTIVE STATISTICS - FREQUENCIES.
- In het betreffende scherm kun je één of meer variabelen selecteren en door op de pijl te klikken naar het schermpje transporteren waarboven staat variable(s).
- Klik op de knop STATISTICS. In het betreffende scherm kun je verschillende statistische maten laten berekenen: Centrummaten, zoals gemiddelde, mediaan en modus en spreidingsmaten, zoals standaarddeviatie of range.
- Klik op de knop CHARTS. In dit scherm kun je enkele grafieken selecteren om de distributie te visualiseren: Bar charts, Pie charts, Histograms.
- Klik op de knop FORMAT. In dit scherm kun je aangeven hoe de gegevens gepresenteerd moeten worden en hoe ze worden weergegeven in de frequentieverdeling.
- Om de frequenties te berekenen moet je op OK klikken.
Bootstrappen voor excellentiegroep
Voorwaarden
Bootstrappen mag altijd toegepast worden wanneer de steekproef representatief is voor de populatie. Bij eenvoudige toetsen is dat in de praktijk al voldoende het geval bij een steekproef van enkele tientallen waarnemingen.
SPSS commando
- Voer de handelingen uit om een of meer centrum- en spreidingsmaten op te vragen in SPSS.
- Klik op BOOTSTRAP en kies de optie 'Perform bootstrapping'.
- Zet het aantal bootstrapsteekproeven bij voorkeur op 5000.
NB SPSS lijkt het bootstrappen bij elke toets uit te voeren totdat de optie 'Perform bootstrapping' weer wordt uitgezet.
SPSS Output
De gebruikelijke tabel met de steekproefstatistieken heeft nu extra kolommen met de bootstrapresultaten: bias (het gemiddelde verschil tussen de waarden in de bootstrapsteekproeven en de waarde voor de oorspronkelijke steekproef), Std. Error (de standaardfout van de statistiek), en het betrouwbaarheidsinterval voor de statistiek.
Standaard wordt ook de steekproefomvang (N) en het aantal missing values gerapporteerd. Deze kenmerken van de steekproef variëren uiteraard niet tussen de steekproeven. Daarom is een standaardfout (en bias) 0.
Rapportage
Wanneer je het betrouwbaarheidsinterval van de bootstraptoets rapporteert, voeg je (bootstrap) toe achter het gerapporteerde betrouwbaarheidsinterval.
Bijvoorbeeld: "De jongeren kijken gemiddeld 2,7 uur televisie op een dag in het weekeinde, CI = [0,58; 5,10] (bootstrap)."
- Kies uit het menu: ANALYZE - DESCRIPTIVE STATISTICS - DESCRIPTIVES.
- Dit commando is vooral bedoeld voor interval variabelen. In het betreffende scherm kun je één of meer variabelen selecteren en door op de pijl te klikken naar het schermpje transporteren waarboven staat variable(s).
- Klik op de knop OPTIONS. Hier kun je kiezen uit (grotendeels) dezelfde maten als in het scherm statistics bij de frequenties, met één belangrijk verschil: de som. In sommige gevallen kan het van belang zijn de totale som te berekenen van de waarden op een variabele en dat kun je hier opvragen.
- Om de beschrijvende statistieken te laten berekenen moet je op OK klikken.
Grafieken vind je ofwel via het Frequencies-commando (zie boven) ofwel in het menu GRAPHS - LEGACY DIALOGS.