.
Wanneer je een kansverdeling hebt, kun je vrij eenvoudig de verwachte waarde en de verwachte variantie berekenen.
Stel, je hebt onderstaande kansverdeling van het aantal sociale media dat jongeren tegelijk gebruiken.
| Aantal sociale media | Kans (P) |
| 0 | 0,4 |
| 1 | 0,5 |
| 2 | 0,1 |
De verwachte waarde van deze kansverdeling bereken je met de formule .
Dit ziet er indrukwekkend uit, maar wat je in feite moet doen is elke uitkomst (waarde) van de kansvariabele (x) vermenigvuldigen met zijn kans [P(X = x)]. Tenslotte tel je deze uitkomsten bij elkaar op. Zo krijg je het gewogen gemiddelde van de uitkomsten.
| Aantal sociale media | Kans (P) | Uitkomst * Kans |
| 0 | 0,4 | 0 |
| 1 | 0,5 | 0,5 |
| 2 | 0,1 | 0,2 |
| Verwachte waarde | 0,7 |
De verwachte variantie van deze kansverdeling bereken je met de formule 
.
Nu moet je eerst de verwachte waarde (μX) die je hierboven berekend hebt, aftrekken van de uitkomst van de kansvariabele en vervolgens kwadrateren voordat je deze met de kans vermenigvuldigt. Tenslotte tel je de resultaten weer bij elkaar op.
| Aantal sociale media | Kans (P) | Uitkomst min verwachte waarde | Uitkomst min verwachte waarde gekwadrateerd | Resultaat * Kans |
| 0 | 0,4 | 0 - 0,7 = -0,7 | -0,7 * (-0,7) = 0,49 | 0,49 * 0,4 = 0,196 |
| 1 | 0,5 | 1 - 0,7 = 0,3 | 0,3 * 0,3 = 0,09 | 0,09 * 0,5 = 0,045 |
| 2 | 0,1 | 2 - 0,7 = 1,3 | 1,3 * 1,3 = 1,69 | 1,69 * 0,1 = 0,169 |
| Verwachte variantie | 0,410 |