Opdracht werkgroep week 6

Koos Zwaan heeft een onderzoek gedaan naar de loopbanen van beginnende popmusici in Nederland. Hij is onder andere geïnteresseerd in hun zelfvertrouwen, succes, sociale ondersteuning en drugsgebruik. De gegevens zijn gebaseerd op een enquête die gehouden is onder een aselecte steekproef van ruim 300 popmusici.

a. Ga na of je het succes van de loopbaan van een popmusicus (variabele: Succes, interval meetniveau) kunt voorspellen. Kies minstens één (interval meetniveau) variabele waarvan je verwacht dat die het succes voorspelt en gebruik tegelijk ook één categorische variabele waarvan je dit verwacht. Motiveer de keuze van de analysetechniek. Interpreteer alle relevante resultaten zoals voorgeschreven is in het vak Inferentiële Statistiek. Controleer de voorwaarden voor de toets en geef aan welk effect het sterkst is.

b. Voeg nu een extra variabele als voorspeller toe aan je model en gebruik de F-Change toets om na te gaan of deze variabele de voorspelling verbetert.

c. Gebruik het formuleblad om voor een van de voorspellers uit je model te controleren of SPSS de toetsingsgrootheid en het 95% betrouwbaarheidsinterval correct heeft berekend.

d. Alleen voor studenten die het excellentie- of honoursprogramma volgen. Bepaal het 95% betrouwbaarheidsinterval van de mediaan voor de variabele Les. Van professionele musici in de klassieke muziek is bekend dat minstens de helft van hen 16 jaar muziekles hebben gehad. Moeten we de nulhypothese verwerpen dat de klassieke musici even lang muziekles hebben gehad als de popmusici? Motiveer je antwoord.

e. Alleen voor studenten die het excellentie- of honoursprogramma volgen. Toets of popmusici met kinderen gemiddeld meer sociale ondersteuning voor hun loopbaan hebben dan popmusici zonder kinderen. Ga er niet van uit dat sociale ondersteuning in de populaties normaal verdeeld zijn.

Databestand: popmusici.sav