Oefening 1.4

Open opnieuw het gegevensbestand met de enquêtegegevens die in het studiejaar 2006-2007 verzameld zijn door de studenten bij het vak MCO I. Maak een syntaxfile van de databewerkingen en analyses en geef op grond van de resultaten een inhoudelijk antwoord op de volgende vragen.

a. Ga na of je de frequentie waarmee respondenten over dingen praten die ze in de media zijn tegengekomen (v12), kunt voorspellen met het aantal uren dat de respondenten per week tv kijken.
Het totaal aantal uren dat respondenten per week tv kijken kun je berekenen op grond van de variabelen v5uur, v5min, v6uur en v6min. Combineer deze variabelen in een index (let op: er zijn 5 werkdagen en twee weekeinddagen in een week) en gebruik deze nieuwe variabele om te voorspellen.

b. Ga na of praten over dingen uit de media (v12) ook bepaald wordt door de leeftijd (v3) van de respondenten en het aantal uren dat de respondenten werken (v4uur) in aanvulling op het wekelijks aantal uren tv kijken.

c. Ga na of praten over dingen uit de media (v12) bij respondenten met een opleiding op vwo-niveau of hoger bepaald wordt door leeftijd (v3), het aantal uren werken (v4uur) en het aantal uren dat de respondenten per week tv kijken (gebruik de index uit vraag a).

d. Ga na of de invloed van tv kijken, leeftijd en uren werken op het praten over dingen in de media bij mannen en vrouwen verschillend is.

Databestand: mco_1.2006_ruw.sav

Antwoord