Oefening 1.9

Het Continu KijkOnderzoek (CKO) wordt door Bureau Intomart uitgevoerd. De steekproef bestaat uit een panel van 1250 huishoudens, met in het totaal ca. 2750 personen van 3 jaar en ouder. Het panel is zodanig samengesteld dat de steekproef op een groot aantal achtergrondkenmerken een representatieve afspiegeling vormt van Nederlandse huishoudens. Op elk televisietoestel in het huishouden wordt een zogenaamde Intometer aangesloten, welke automatisch registreert of de televisie aanstaat en welke zender op staat. Om te registreren welke gezinsleden kijken, dient iedereen van 3 jaar en ouder zich aan te melden door middel van een speciale afstandsbediening die bij de Intometer hoort. Op het moment dat je gaat kijken, meld je je aan en als je niet meer kijkt meld je je af. Van ieder gezinslid wordt zodoende precies geregistreerd naar welke programma's hij/zij kijkt. Door middel van een enquête worden verder tal van achtergrondkenmerken van respondenten vastgesteld, zodat men een profiel kan samenstellen van de kijkers naar verschillende soorten programma's. Het bureau Intomart heeft ons de CKO gegevens over de periode van maandag 2 t/m zondag 8 maart 1998 geleverd.

a. Construeer een schaal met de variabelen dem56, dem59, dem60, dem65, dem66, dem67, dem72 en dem83.

b. Hangt het lezen van opiniebladen (dem122) samen met de score op de bij (a) geconstrueerde schaal?

c. Welke sociaal-economische of demografische achtergrondkenmerken van de respondenten hangen, denk je, samen met de score op de bij (a) geconstrueerde schaal? Toets je verwachtingen.

Databestand: cko.politiek.sav

NB Deze gegevens zijn door de eigenaren van de data gratis aan ons ter beschikking gesteld om te gebruiken in het onderwijs en er gelden strenge regels voor het gebruik van de data. De data blijven in het bezit van derden en de gegevens mogen absoluut niet voor andere doeleinden worden gebruikt dan voor deze cursus. Daarnaast geldt als standaard gedragscode bij het gebruik van enquêtemateriaal dat de anonimiteit van respondenten gewaarborgd moet blijven. Voor het gebruik van de data gelden daarom de volgende drie regels:

  1. De vertrouwelijkheid van individuele respondenten en hun gegevens dient gewaarborgd te blijven. Pogingen om de identiteit van individuele respondenten te achterhalen zijn niet toegestaan.
  2. Niemand mag over de cijfers iets publiceren of met de gegevens naar buiten treden.
  3. De databestanden mogen niet worden doorgegeven aan anderen.

Antwoord