Oefening 4.3

De SummoScanner is het continue bereiksonderzoek van gedrukte media. Deze opgave gaat over het Doelgroeponderzoek in 1998 waarvoor een aselecte steekproef is getrokken onder Nederlanders van 13 jaar en ouder.
In de Summo-enquêtes wordt aan respondenten gevraagd voor een groot aantal kranten en tijdschriften aan te geven of ze 1) het blad wel eens lezen of inzien, 2) of ze de laatste uitgave van het blad gelezen of ingezien hebben, en 3) hoeveel van de laatste zes nummers van het blad ze hebben gelezen of ingezien. Op basis van de antwoorden op de laatste twee vragen wordt een zogenaamde leeskans berekend (alle variabelen waarvan de naam begint met lk).
Deze variabelen zijn op intervalniveau gemeten maar ze hebben vaak een erg scheve verdeling: de meeste respondenten hebben een leeskans van nul. Daarom gaan we de leeskans nu steeds dichotomiseren: mensen die wel (groter dan 0) en geen (0) leeskans hebben.

a. Toets de hypothese dat vrouwen die een kans hebben om Beau Monde te lezen, ook een kans hebben om Elegance te lezen. Ben je op grond van de resultaten van mening dat het voldoende is om een advertentie in Beau Monde te plaatsen om ook de (potentiële) lezers van Elegance te bereiken?

b. Zijn Elegance en Beau Monde bladen voor de werkende vrouw? Gebruik dichotome leeskansen en de variabele WERKZ om een onderscheid te maken tussen vrouwen met en zonder beroep.

c. Zijn Elegance en Beau Monde bladen voor de rijkere vrouw? Gebruik dichotome leeskansen en de variabele INKOM om een onderscheid te maken tussen minder rijke (modaal of beneden modaal) en rijkere (boven modaal) vrouwen.

d. Heeft het uitoefenen van een beroep hetzelfde effect op de leeskans van Elegance en Beau Monde voor minder rijke (modaal of beneden modaal - variabele: inkom) en rijkere (boven modaal) vrouwen?

e. Volgens CBS-gegevens bestond de Nederlandse bevolking rond 2000 voor 49,5% uit mannen en 50,5% vrouwen. Is de SummoScanner op dit punt representatief voor de Nederlandse bevolking?

Databestand: summo.leeskans2.sav

NB Deze gegevens zijn door de eigenaren van de data gratis aan ons ter beschikking gesteld om te gebruiken in het onderwijs en er gelden strenge regels voor het gebruik van de data. De data blijven in het bezit van derden en de gegevens mogen absoluut niet voor andere doeleinden worden gebruikt dan voor deze cursus. Daarnaast geldt als standaard gedragscode bij het gebruik van enquêtemateriaal dat de anonimiteit van respondenten gewaarborgd moet blijven. Voor het gebruik van de data gelden daarom de volgende drie regels:

  1. De vertrouwelijkheid van individuele respondenten en hun gegevens dient gewaarborgd te blijven. Pogingen om de identiteit van individuele respondenten te achterhalen zijn niet toegestaan.
  2. Niemand mag over de cijfers iets publiceren of met de gegevens naar buiten treden.
  3. De databestanden mogen niet worden doorgegeven aan anderen.

Antwoord