Deze opgave gaat weer over de gegevens die de studenten van het vak BS in 2006 hebben verzameld. We willen nu weten welke factoren van invloed zijn op de mate waarin respondenten het internet gebruiken (V10).
a. Ga met een variantieanalyse na of er een verschil is tussen mannen en vrouwen wat betreft de mate waarin zij internet gebruiken. Formuleer de nulhypothese en toets of de nulhypothese verworpen kan worden met een significantieniveau van 5%. Rapporteer de resultaten op de voorgeschreven wijze.
b. Zou de conclusie anders zijn wanneer je een t-toets uitvoert? Controleer je antwoord op deze vraag door een t-toets uit te voeren.
c. Ga na of het opleidingsniveau (v2) een rol speelt bij de mate waarin men internet gebruikt. Voor deze oefening dien je eerst opleiding te hercoderen (Lagere school, Mavo en MBO = laag, havo en vwo = middelbaar en hbo, universiteit = hoog).
d. Gebruik nu een variantieanalyse waarin je de effecten van beide kenmerken (sekse en opleidingsniveau) tegelijkertijd analyseert, inclusief hun interactie-effect. Formuleer alle nulhypothesen en toets of zij verworpen kunnen worden met een significantieniveau van 5%. Rapporteer de resultaten en vergelijk ze met de resultaten van vraag a en c. Zijn de resultaten hetzelfde?
Databestand: opgave5_1.sav