Oefening 6.1e

Onder een aselecte steekproef van Nederlandse tieners is onderzoek gedaan naar de achtergronden van chattende tieners. De hoeveelheid tijd die men chat is gemeten als het aantal uren dat de respondent de afgelopen 7 dagen heeft gechat. De mediawijsheid van de tieners is gemeten op een 3-puntsschaal van 1 (weinig mediawijs) tot 3 (zeer mediawijs).

a. Beschrijf de verdelingen van de variabelen.

b. Gebruik een permutatietoets en bootstrappen om na te gaan of de hoeveelheid tijd die tieners chatten verschilt tussen jongens en meisjes. Vermeld de statistische hypothesen en vergelijk de resultaten onderling en met een 'gewone' parametrische toets op het verschil tussen twee gemiddelden.

c. Voer een bootstraptoets uit om na te gaan of de correlatie tussen chattijd en aandacht van de ouders significant is. Vergelijk de uitkomsten met het resultaat van een gewone toets op de correlatiecoëfficiënt en een toets op Spearman's rangocrrelatie: welke toets is hier het beste?

d. Toets het verband tussen geslacht en mediawijsheid van de tieners met en zonder een permutatietoets. Bespreek de verschillen.

e. Een onderzoeker wil weten wat de mediaan is van de chattijd van tieners in de populatie. Bepaal en interpreteer het 95%-betrouwbaarheidsinterval van de mediaan.

Databestand: chat_aandacht.sav

Antwoord