Oefening 6.3

Wanneer praten Nederlanders over het nieuws (schaalvariabele v21)? Een onderzoeker verwacht dat het nieuwsmedium (televisie v8, radio v9 of krant v11) van invloed is maar ook het vertrouwen dat zij hebben in de nieuwsmedia (schaalvariabele v27) hebben.

a. Toets de verwachting van de onderzoeker met behulp van de enquêtegegevens uit onderstaand bestand.

b. Zijn de achtergrondvariabelen sekse en leeftijd van invloed op het praten over nieuws? Voer een bivariate toets uit voor elk van beide achtergrondvariabelen.

c. Wat gebeurt er met de effecten van het nieuwsmedium en van het vertrouwen in de nieuwsmedia wanneer je controleert voor sekse en leeftijd?
Voeg eerst de nieuwsmedium variabelen toe als blok en vervolgens de persoonlijke achtergondkenmerken (sekse en leeftijd) als tweede blok, zodat je de resultaten makkelijk kunt vergelijken.

d. Onderzoek de effecten van sekse en leeftijd op de drie gebruikte nieuwsmedia.

e. Onderzoek de effecten van sekse en leeftijd op het vertrouwen in de nieuwsmedia.

f. Teken een causaal model met de significante effecten die bij c, d en e zijn gevonden. Zet de gestandaardiseerde regressiecoëfficiënten bij de effecten.

g. Interpreteer de indirecte effecten van sekse en leeftijd op het praten over het nieuws en vergelijk ze met de directe effecten. Kun je nu uitleggen waarom de effecten van televisie, radio en met name krant als nieuwsbron op praten over het nieuws toenamen toen je controleerde voor sekse en leeftijd?

Databestand: oefening6_3.sav

Antwoord