Opdracht werkgroep week 4

De Eurobarometer is een halfjaarlijkse enquête onder burgers van alle EU-lidstaten. Een interessant aspect van de Eurobarometer is dat in dezelfde periode exact dezelfde vragen worden gesteld in aan burgers van alle lidstaten van de EU, hetgeen een vergelijking tussen landen mogelijk maakt. De Eurobarometer is een gestratificeerde steekproef, waarbij de meeste landen één stratum vormen. De dataverzameling is uitgevoerd door middel van face-to-face interviews bij de respondenten thuis. Voor Eurobarometer 51 gebeurde dat in de periode maart tot mei 1999.

a. Volgens gegevens van het CBS was de samenstelling van de Nederlandse bevolking (vanaf 15 jaar) als volgt: 16,5% was 15-24 jaar oud, 27,5% 25-39 jaar, 22,5% 40-54 jaar en 33,5% minstens 55 jaar. Is de steekproef van Nederlanders (!) wat betreft leeftijd representatief voor de Nederlandse bevolking?

b. Gebruik een kruistabel om te toetsen waarom sommige mensen vinden dat hun land van de Europese Unie heeft geprofiteerd, terwijl andere mensen vinden dat dit niet zo is (variabele q11).

c. Controleer voor één cel in je kruistabel dat SPSS de verwachte waarde en het gestandaardiseerde celresidu correct berekend heeft.

d. Gebruik een non-parametrische toets om te gaan of de kennis over de EU (q4) toeneemt naarmate mensen in een meer (groot)stedelijk gebied wonen (p6_net). Rapporteer de resultaten volgens de richtlijnen van het vak Inferentiële Statistiek.

Databestand: eurobarometer51_sel.sav

De oorspronkelijke vragenlijst: eurobarometer51.pdf

NB Deze gegevens zijn door de eigenaren van de data gratis aan ons ter beschikking gesteld om te gebruiken in het onderwijs en er gelden strenge regels voor het gebruik van de data. De data blijven in het bezit van derden en de gegevens mogen absoluut niet voor andere doeleinden worden gebruikt dan voor deze cursus. Daarnaast geldt als standaard gedragscode bij het gebruik van enquêtemateriaal dat de anonimiteit van respondenten gewaarborgd moet blijven. Voor het gebruik van de data gelden daarom de volgende drie regels:

  1. De vertrouwelijkheid van individuele respondenten en hun gegevens dient gewaarborgd te blijven. Pogingen om de identiteit van individuele respondenten te achterhalen zijn niet toegestaan.
  2. Niemand mag over de cijfers iets publiceren of met de gegevens naar buiten treden.
  3. De databestanden mogen niet worden doorgegeven aan anderen.