Onafhankelijke aselecte steekproeven worden genomen uit twee normaal verdeelde populaties, N1 = 12 uit populatie 1 en N2 = 27 uit populatie 2. In de tabel worden het gemiddelde en de variantie voor de twee steekproeven gegeven.
Steekproef 1 | Steekproef 2 |
N1 = 12 | N2 = 27 |
M = 31,7 | M = 37,4 |
s12 = 3,87 | s22 = 4,75 |
a. Toets de nulhypothese H0: μ1 = μ2 tegen de alternatieve hypothese H1: μ1 ≠ μ2 . Gebruik α = 0,10 en ga ervan uit dat de varianties in de populaties gelijk zijn.
b. Toets de nulhypothese H0: μ1 = μ2 tegen de alternatieve hypothese H1: μ1 ≠ μ2 . Gebruik α = 0,10 en ga ervan uit dat de varianties in de populaties niet gelijk zijn.