Rekenopgave 5.1e

Er zijn onafhankelijke aselecte steekproeven genomen uit twee normaal verdeelde populaties, n1 = 12 uit populatie 1 en n2 = 27 uit populatie 2. In de tabel worden het gemiddelde en de variantie voor de twee steekproeven gegeven.

Steekproef 1 Steekproef 2
n1 = 12 n2 = 27
M1 = 31,7 M2 = 37,4
s12 = 3,87 s22 = 4,75

a. Toets de nulhypothese dat de varianties in de populaties gelijk zijn met α = 5%.

b. Stel, je moet nu de nulhypothese toetsen dat de gemiddelden gelijk zijn. Welke formules kies je dan?

Antwoord