Rekenopgave 7.5e

In een experiment met een aselecte steekproef van studenten Communicatiewetenschap wil een onderzoeker nagaan of de framing van nieuwsberichten over het nieuwe EU-verdrag effect heeft op de waardering voor dit verdrag. 30 proefpersonen zijn aselect ingedeeld in drie groepen. De eerste groep krijgt een nieuwsbericht te lezen waarin het verdrag gepresenteerd wordt als middel om economische welvaart te bevorderen (frame 'welvaart'). De tweede groep krijgt het verdrag voorgeschoteld als middel om vrede in Europa te garanderen (frame 'vrede') en de derde groep krijgt het verdrag gepresenteerd als middel om een efficiëntere superstaat te creëren (frame 'superstaat'). Bij alledrie de groepen is vervolgens via een vragenlijst de mening over het verdrag gemeten op een schaal van 1 ('Ik vind het verdrag volstrekt onzinnig') tot 9 ('Ik sta 100% achter het verdrag').
De onderzoeksgegevens staan in onderstaande tabel.

Groep 1
Frame 'welvaart'
Groep 2
Frame 'vrede'
Groep 3
Frame 'superstaat'
635
563
374
564
472
552
663
474
372
461

1. Welke analyse moet je uitvoeren om de vraag van de onderzoeker te beantwoorden?

2. Wat zijn de statistische hypothesen?

3. Wat is de waarde van de toetsingsgrootheid?

4. Wat is het verwerpingsgebied bij α = 5% en wat zijn de vrijheidsgraden?

5. Kan de nulhypothese verworpen worden bij α = 5%? Leg uw antwoord uit.

6. Welke groepsgemiddelden verschillen significant van elkaar bij α = 5%?

7. Wat is de conclusie van de onderzoeker over de effecten van de frames?

Antwoord