Veel Nederlandse kinderen vertonen tekenen van hyperactiviteit. Volgens deskundigen en commentatoren wordt dit mede veroorzaakt doordat de kinderen veel geweld zien via tv, internet en computergames.
Een onderzoek onder een kleine aselecte steekproef van Nederlandse kinderen gaat na of de mate van hyperactief gedrag (variabele Hyperactief, een schaal van 1 'geen enkel teken van hyperactief gedrag' tot 10 'maximum aantal tekenen van hyperactief gedrag') voorspeld kan worden op grond van de blootstelling aan geweld via tv, internet en computergames (variabele Blootstelling, een schaal van 1 'geen blootstelling' tot 10 'maximale blootstelling').
Met onderstaande gegevens berekenen de onderzoekers een regressievergelijking en de voorspelde hyperactiviteit op basis van deze vergelijking. De vergelijking is:

1. Welke toets moet je uitvoeren om een conclusie te trekken over de populatie waaruit de steekproef getrokken is?

2. Wat zijn de statistische hypothesen van deze toets?

3. Wat is de waarde van de toetsingsgrootheid, de standaardfout, de vrijheidsgraden en de overschrijdingskans?

4. Bereken het 95%-betrouwbaarheids-interval van de richtingscoëfficiënt van de regressievergelijking.

5. Bereken de effectgrootte.

6. Wat is je conclusie? Interpreteer alle resultaten volgens de richtlijnen van het vak Inferentiële Statistiek.

Antwoord